Peter Struycken

Series - Kleurverhouding (2014)

Introductie

Deze serie werken met de titel ‘Kleurverhouding' heb ik voor het eerst sinds meer dan vijftig jaar weer met de hand uitgevoerd. Elk werk bestaat uit twee doeken van 60 x 60 cm, beschilderd met acrylverf die soms in wel tien lagen over elkaar is aangebracht, zodat een egaal kleuroppervlak is ontstaan.
Op het ene doek zijn zes kleuren verdeeld over een raster van 36 vierkanten. De verdeling is aan strikte regels gebonden om een gelijkmatige spreiding van kleuren te verkrijgen en om de vorming van figuren, als gevolg van aansluiting van vierkanten met gelijke kleur, tegen te gaan. Iedere kleur komt even vaak voor en grenst even vaak aan ieder van de overige vijf kleuren.
Op het andere doek zijn dezelfde zes kleuren verdeeld over een raster van 25 vierkanten, maar dan in ongelijke aantallen en willekeurig geplaatst. Aansluiting van vierkanten met dezelfde kleur is toegestaan zodat verschillende figuren kunnen voorkomen, bij voorbeeld gehoekte vormen en langgerekte rechthoeken. De figuratie benadrukt individuele kleuren maar dat blijkt toch geen invloed te hebben op de visuele indruk van hun onderlinge verhoudingen: de kleurindruk van beide schilderijen is gelijk. Kennelijk zijn de verhoudingen tussen kleuren meer bepalend voor het geheel dan de afzonderlijke kleuren, ondanks hun verschil in hoeveelheid en hun werking als figuratie.

Kleuren en verhoudingen

De gebruikte zes kleurtonen, geel, geelgroen, blauwgroen, blauw, violet en rood, zijn met een gelijke onderlinge afstand op een kleurencirkel gekozen. Het verschil tussen geel en geelgroen is daarbij visueel gelijk aan het verschil tussen blauw en violet of tussen rood en geel. Een gelijke verdeling van de kleurencirkel levert het grootst mogelijke verschil in kleurtoon.
Samenhang tussen de kleuren wordt verkregen door zorgvuldige afstemming van hun drie eigenschappen: de genoemde kleurtoon, het aspect dus dat de naamgeving van een kleur bepaalt, de helderheid en de verzadiging. Helderheid heeft betrekking op het licht of donker zijn van kleuren; verzadiging op het sterk of zwak zijn van kleuren. Zo ontstaat een karakteristiek kleurbeeld dat in onbeperkt veel variaties is te mengen.
De afstemming van licht/donker en van sterk/zwak is meer bepalend voor het resultaat dan de keuze van kleurtonen. Om dat te laten zien zijn de kleurtonen in alle werken van de serie hetzelfde en zijn alleen de helderheid en verzadiging bij ieder paar schilderijen verschillend.
Voor die verschillen koos ik eenvoudige verhoudingen. Op basis daarvan zijn de kleuren op het oog gemengd.

De plaatsing van de kleuren

Voor de organisatie van de zes kleuren op de doeken met 36 vierkanten werd een computerprogramma geschreven door Ir. D.Dekkers. Het aantal van 36 is het kleinste om zes kleuren individueel een gelijk aantal keren te laten voorkomen, met tevens een gelijk aantal onderlinge aansluitingen. Mijn specifieke wens was om de kleuren gelijkmatig te verdelen over de vierkanten, ze even vaak te laten voorkomen en even vaak te laten grenzen aan de vijf andere kleuren maar niet aan zichzelf, ook niet elkaar rakend op een hoekpunt. Dat leverde weliswaar nog steeds talloze mogelijkheden op, maar er ontstonden ook figuraties als gevolg van herhalingen, symmetrie, rotaties en ‘paardensprongen' die een visueel gelijkmatige verdeling verstoorden. Het uitfilteren van deze figuraties resulteerde in slechts één bruikbare mogelijkheid. Deze is consequent gebruikt bij het eerste doek van ieder tweetal uit de serie.
Het aantal van 25 vierkanten voor het andere doek staat garant voor een grote variëteit in aansluitingen. In ieder werk bepaalt het toeval welke kleuren over 1, 2, 3, 5, 6, 8 (= 25) vierkanten verdeeld worden en waar hun plaats in het raster is. Zodra vierkanten met eenzelfde kleur aan elkaar grenzen ontstaat een figuur. Er zijn miljarden uitkomsten mogelijk die allemaal voldoen. Figuratie heeft op kleuren een versierend en benadrukkend effect maar ze heeft geen wezenlijke invloed op hun verhoudingen die bepalend zijn voor de visuele indruk van het geheel.

De twee doeken hoeven niet perse als tweeluik naast elkaar te worden gehangen, ze kunnen ook in verschillende ruimtes worden ondergebracht. Daarmee wordt de ervaring van het verschil en tegelijkertijd de herkenning van de identieke kleurverhoudingen alleen maar versterkt.

ps 2014

Werken


Kleurverhouding I




Kleurverhouding II




Kleurverhouding III




Kleurverhouding IV




Kleurverhouding V




Kleurverhouding VI




Kleurverhouding VII




Kleurverhouding VIII




Kleurverhouding IX




Kleurverhouding X




Kleurverhouding XI




Kleurverhouding XII




Kleurverhouding XIII




Kleurverhouding XIV




Kleurverhouding XV




Kleurverhouding XVI




Kleurverhouding XVII




Kleurverhouding XVIII




Kleurverhouding XIX




Kleurverhouding XX




Kleurverhouding XXI


Thuis pagina